Scanstrategie

Workflow

Als u klaar bent om te beginnen met scannen met Medit Scan for Labs, moet u eerst de workflow voor het dossier instellen.

Boven aan het scherm ziet u de vijf scanstappen die de workflow vormen, zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding.

Aan elke basisfase worden subfasen toegevoegd op basis van de formulierinformatie die is ingevoerd in de Medit Link-app en de opties die u selecteert in het dialoogvenster Scanstrategie. Klik op het pictogram "Gegevens scannen en uitlijnen" om de subfasen te tonen of te verbergen.

Basis scanfasen

	Scanstrategie	Kies het juiste scantype uit tussen Flexibele multi-mal, Model en Afdruk scannen en stel vervolgens de gepaste scanstrategie in voor het gekozen scantype en de benodigde prothese.
	Scannen	Voer het scanproces per fase uit. Het scannen wordt uitgevoerd op basis van de vastgestelde strategie.
	Gegevens uitlijnen	Lijn verschillende gegevens, zoals paal- en kernkroon, wax-up, occlusie, etc. handmatig uit met het model.
	Bevestigen	Controleer de scangegevens en bewerk ze indien nodig.
	Voltooid	Voltooi het scannen en begin met de nabewerking voor het eindresultaat.

Instelling scanstrategie

Door de opties te selecteren in het dialoogvenster Scanstrategie, worden de subfasen bepaald die de gehele workflow van het dossier vormen.

Stel de scanstrategie voor uw dossier als volgt in:

1. Het dialoogvenster Scanstrategie verschijnt zodra een scanner correct op de pc is aangesloten.
2. Kies het gewenste scantype uit tussen Flexibele multi-mal, Model en Afdruk.
3. De opties in de bovenkaak-, onderkaak- en occlusie-secties veranderen op basis van uw keuze voor het geselecteerde scantype.
4. Selecteer de scanstrategie voor de onderkaak, bovenkaak en occlusie.
   • Flexibele mullti-mal: Scanlichaam, Tandvlees, Voorbereide tanden uitlijnen om
   • Model: Scanlichaam, Tandvlees, Voorbereide tanden, Interproximale scan
   • Afdruk: Type afdruk, scan van individuele stompmal
5. Selecteer alle vereiste scanfase-opties voor uw dossier, zoals Wax-up (onderkant), Paal-en kernkroon en Scanlichaambibliotheek.
6. Selecteer alle vereiste scanopties, zoals Bewegingsmarkering en Structuur.
7. Klik op "Strategievoorbeeld" om de ingestelde scanstrategie voor de fasen "Scannen" en "Uitlijnen" te controleren.
8. Klik op de knop "Bevestigen" om de instellingen van de scanstrategie te voltooien.

Scantype

Selecteer een scantype voor uw dossier.

	Flexibele multi-mal	Selecteer deze optie om meerdere modellen, niet alleen een basis, maar ook mallen tegelijkertijd te scannen met behulp van een Flexibele multi-mal. Er is geen vooraf gedefinieerde strategie vereist, zoals bij het Modeltype. De gegevens die zijn verkregen door de flexibele multi-mal kunnen nadat het scannen is voltooid worden toegewezen.
	Model	Dit is de meest gebruikelijke scanmethode, waarbij u het model voor elke scanfase plaatst en scant.
	Impressie	Selecteer dit type voor het scannen van een afdruk in plaats van een model.

Scanfase opties

Selecteer alle opties die u aan de scanworkflow wilt toevoegen. Afhankelijk van de geselecteerde scanfase-optie, worden subfasen toegevoegd aan de fasen "Scannen" en "Uitlijnen".

	Wasmodel (onderkant)	Selecteer deze optie om het binnenoppervlak van de wax-up te scannen. De wax-up en de gegevens van het binnenoppervlak kunnen worden uitgelijnd in de fase Gegevens uitlijnen.
	Scanlichaambibliotheek	Kies deze optie wanneer u de geregistreerde gegevens van de Scanlichaambibliotheek moet uitlijnen met de scangegevens. Als u deze optie selecteert, hoeft u de gegevens van het scanlichaam niet te scannen in de Scanfase. In plaats daarvan moet u de Scanlichaambibliotheken uitlijnen in de fase Gegevens uitlijnen.
	Paal- en kernkroon scan	Selecteer deze optie voor paal- en kernkronen waarbij u zowel de basis- als afdrukscans moet uitvoeren en samenvoegen om volledige en betrouwbare scangegevens te verkrijgen. U kunt ook de intra-orale scanner gebruiken om de volledige gegevens te verkrijgen. Sluit de intra-orale scanner aan op de pc, controleer of deze gekalibreerd is en klik op de knop "Scannen met intra-orale scanner".

Scanopties

Selecteer alle opties die u op uw gegevens wilt toepassen.

	Structuur	Kies deze optie als u wilt dat de scangegevens de oppervlaktekleur krijgen.	Structuur aan Structuur uit
	Bewegingsmarkering	Deze functie volgt de beweging van de onderkaak.

Strategie bovenkaak/onderkaak

Voorbereide tanden uitlijnen naar

Wanneer u "Flexibele multi-mal" selecteert als scanoptie, wordt u gevraagd hoe de voorbereide gegevens moeten worden uitgelijnd met de vorm.

	Vaste vorm	Selecteer deze optie om voorbereide tanden binnen de vorm te scannen.
	Occlusie	Selecteer deze optie om de gescheiden voorbereide tanden en hun vorm te scannen met behulp van de flexibele multi-mal en ze vervolgens terug te plaatsen op de vorm tijdens de Occlusiefase.
	Vorm	Selecteer deze optie om alleen de voorbereide tanden te scannen tijdens de fase van de Voorbereide Tanden en om zowel de voorbereide tanden als de vorm te scannen tijdens de fase van de Boven- of Onderkaakvorm. U kunt de gegevens uitlijnen in de fase Gegevens uitlijnen.

Voorbereide tanden

Wanneer u "Model" selecteert als scantype, wordt u gevraagd te selecteren hoe de gegevens van de voorbereide tanden moeten worden gescand.

	Flexibele multi-mal	Selecteer deze optie om de voorbereide tanden op een flexibele multi-mal te scannen.
	Vorm	Selecteer deze optie om de voorbereide tanden in een vorm te scannen. Nadat u de aangrenzende tanden uit de vorm heeft verwijderd, verdeelt u de voorbereide tanden in twee groepen en voert u het scannen uit in twee subfasen.
	Vast	Selecteer deze optie om een solide model met niet-verwijderbare voorbereide tanden te scannen. Er wordt geen aparte scanfase toegevoegd voor het scannen van de voorbereide tanden, maar er zijn wel meer scanopnamen nodig.

Uitlijning Scanlichaam

Selecteer hoe de gegevens van het scanlichaam moeten worden verkregen.

	Alle	Selecteer deze optie om de scanlichamen samen met de vorm te scannen. De gescande gegevens in de Vormfase worden gekopieerd naar de Scanlichaamfase en bijgeknipt om scanlichaamgegevens te verkrijgen zonder extra scans voor scanlichamen uit te voeren.
	Groep	Kies deze optie om de vorm en het scanlichaam in twee afzonderlijke fasen te scannen.

Tandvlees

Kies of u de scan met of zonder tandvlees wilt uitvoeren.

	Met tandvlees	Kies deze optie om het tandvlees te scannen en de tandvleesgegevens uit te lijnen in een aparte subfase voor zowel de fase Scannen als Gegevens uitlijnen.
	Met tandvleesafdruk	Kies deze optie om het tandvlees met de afdruk te scannen.	🔎Opmerking Het scannen van afdrukken is alleen mogelijk met de T710. Voor het scannen van afdrukken met de T500/T300 is een licentie vereist.
	Zonder tandvlees	Selecteer deze optie voor gevallen waarin tandvlees ontbreekt. Er worden geen afzonderlijke subfasen toegevoegd aan zowel de fase Scannen als Gegevens uitlijnen.

Interproximale scan

Deze optie verschijnt alleen voor gevallen waarin duidelijke scangegevens tussen de tanden nodig zijn. Kies of u de interproximale gebieden wilt scannen.

	Uit	Selecteer deze optie om de vorm zoals gewoonlijk te scannen zonder subfasen voor interproximale scans aan de workflow toe te voegen.
	Aan	Kies deze optie om de interproximale gebieden van zowel de onder- als bovenkaak aan de buccale en linguale zijde te scannen. Voor de linguale interproximale scan wordt het model gekanteld. Voor de buccale interproximale scan wordt het model op zijn zij gescand.

Impressietype

Deze optie verschijnt alleen wanneer u het scantype "Afdruk" selecteert. Selecteer het type afdruklepel.

	Afdruklepel	Selecteer deze optie om afdrukgegevens te verkrijgen met een afdruklepel.
	Metaal & afdruklepel	Selecteer deze optie om afdrukgegevens te verkrijgen met twee metalen lepels en een afdruklepel. Let op: de uitlijningsprecisie is bij deze optie niet gegarandeerd.

Individuele stompe mal scan

Wanneer u het scantype "Afdruk" selecteert, wordt u gevraagd of u individuele stompmallen wilt scannen.

	Uit	Selecteer deze optie om alleen de afdruk te scannen.
	Aan	Selecteer deze optie om afdrukken en individuele stompmallen op de flexibele multi-mal te scannen.

Occlusiestrategie

Articulatortype

Selecteer een geschikt accessoire voor de occlusierelatiescan.

	Plaat	Selecteer deze optie om de plaat en een articulator te gebruiken, met uitzondering van de vijf onderstaande semi-verstelbare articulatoren.
	Algemeen	Selecteer deze optie als u een gewone articulator gebruikt die niet tot de vijf onderstaande articulatoren behoort in plaats van de plaat.
	ARTEX	Selecteer deze optie als u de ARTEX-articulator gebruikt.
	KAVO	Selecteer deze optie als u de KAVO-articulator gebruikt.
	SAM	Selecteer deze optie als u de SAM-articulator gebruikt.
	MARK330	Kies deze optie als u de MARK330 articulator gebruikt.
	A7+	Kies deze optie als u de A7+ articulator gebruikt.
	Afdruk	Kies deze optie om occlusiegegevens met een afdruk te scannen.

Onderkaak vorm scan

Als u voor het type articulator de opties ARTEX, KAVO, SAM of MARK330 selecteert, wordt u gevraagd om te kiezen hoe de onderkaaksbasis moet worden gescand.

	Met mal	Kies deze optie om de articulatormal te gebruiken om de onderkaakbasis te positioneren en naar de positie van de virtuele articulator te verplaatsen.
	Zonder mal	Als er geen articulatorbevestiging beschikbaar is, kan een bevestigingsplaat worden gebruikt om de gegevens uit te lijnen en het model naar de positie van de virtuele articulator te verplaatsen.

Subfasen

Het aantal en de configuratie van de subfasen kunnen variëren afhankelijk van de ingevoerde formulierinformatie in Medit Link en de opties die u selecteert in de Scanstrategie fase van Medit Scan for Labs.

Nadat u opties heeft geselecteerd in het dialoogvenster Scanstrategiebeheer, worden de volgende subfasen automatisch aan de workflow toegevoegd.

Algemeen		Voorbereide tand	Scan de individuele voorbereide tand los van de flexibele multi-mal. Het tandnummer verschijnt onderaan het pictogram.
		Occlusie bijt	Scan bijtmaterialen die op het boogmodel zijn geplaatst.
		Onderkaakvorm (articulatormal)	Scan onderkaakvorm met articulatormal.
		Bewegingsmarkering	Scan een bewegingsmarkering op het bovenkaakmodel.
		Paal- en kernkroon	Scan een individuele paal- en kernkroon. Het tandnummer verschijnt onderaan het pictogram.
		Scanlichaam	Scan een individueel scanlichaam. Het tandnummer verschijnt onderaan het pictogram.
		Bevestigingsplaat	Scan de onderkant van de bevestigingsplaat.
		Occlusie	Scan de occlusie.
		Voorbereide tanden (bovenkaak; vorm)	Scan alleen voorbereide tanden in de bovenkaak door ze zonder andere tanden op de vorm te plaatsen.
		Voorbereide tanden (onderkaak; vorm)	Scan alleen voorbereide tanden in de onderkaak door ze zonder andere tanden op de vorm te plaatsen.
		Scanlichaam bovenkaak	Scan een scanlichaam in het bovenkaakmodel.
		Scanlichaam onderkaak	Scan een scanlichaam in het onderkaakmodel.
		Pre-operatie model (bovenkaak)	Scan het pre-operatiemodel voor de bovenkaak.
		Pre-operatie model (onderkaak)	Scan het pre-operatiemodel voor de onderkaak.
		Was wal	Scan de wasrand door het op de bovenkaak- of onderkaakvorm te plaatsen.
Scan interproximaal gebied		Interproximaal gebied (bovenkaak; buccaal)	Scan de buccale interproximale gebieden in de bovenkaak.
		Interproximaal gebied (onderkaak; buccaal)	Scan de buccale interproximale gebieden in de onderkaak.
		Interproximaal gebied (bovenkaak; linguaal)	Scan de linguale interproximale gebieden in de bovenkaak.
		Interproximaal gebied (onderkaak; linguaal)	Scan de linguale interproximale gebieden in de onderkaak.
Tandvleesscan		Tandvlees (bovenkaak)	Scan materiaal op het tandvlees van de bovenkaak.
		Tandvlees (onderkaak)	Scan materiaal op het tandvlees van de onderkaak.
Afdrukscan		Afdruk (bovenkaak)	Scan een afdruk van de bovenkaak.
		Afdruk (onderkaak)	Scan een afdruk van de onderkaak.
Prothesescan		Prothese (bovenkaak; binnenkant)	Scan het binnenoppervlak van de bovenkaakprothese.
		Prothese (bovenkaak; buitenkant)	Scan het buitenoppervlak van de bovenkaakprothese.
		Prothese (onderkaak; binnenkant)	Scan het binnenoppervlak van de onderkaakprothese.
		Prothese (onderkaak; buitenkant)	Scan het buitenoppervlak van de onderkaakprothese.
Wasmodel scan		Wax-up (bovenkaak; onderkant)	Scan de onderkant van een wax-up in de bovenkaak. Bewerk de scangegevens om de overbodige delen te verwijderen.
		Wax-up (onderkaak; onderkant)	Scan de onderkant van een wax-up in de onderkaak. Bewerk de scangegevens om de overbodige delen te verwijderen.
		Wax-up (bovenkaak)	Scan een wax-up van de bovenkaak door het op het model te plaatsen.
		Wax-up (onderkaak)	Scan een wax-up van de onderkaak door het op het model te plaatsen.